‘In dit beroep komt voor mij alles samen wat ik leuk vind’
Het blijft een mooi, romantisch plaatje als Daphne Hogeweg (42) met haar schapen door de Texelse duinen wandelt. Haar kudde begraast natuurgebieden op het eiland. De heideschapen eten planten weg die niet in het duin thuishoren en gaan verruiging tegen. Terwijl anderen het bijzonder vinden wat ze doet, is het voor Daphne haar manier van leven. “Ik doe het niet om geld te verdienen, maar vooral omdat ik er blij van word.”
Tekst: Louise van der Sluis • Foto: Stefan Krofft
Voor haar schapen, die ze ‘collega’s’ noemt, plant de geboren Amsterdamse alles nauwgezet. De belangrijke stappen in haar eigen leven waren allesbehalve gepland. “Die zijn gewoon gebeurd. Het is heel leuk om te ervaren dat als je doet wat je hart je ingeeft dat dus ook werkt! Ik heb mijn droom waargemaakt en heb nu zelfs mensen in dienst, die ik kan helpen ook hun dromen na te jagen.”
Sinds 2011 is Daphne professioneel schaapsherder, in 2016 kreeg ze op Texel de eerste schaapskudde. Ze heeft in totaal zo’n vijfhonderd heideschapen, verdeeld over twee kuddes. Een daarvan loopt in het duingebied van Bloemendaal en Bergen, de andere op Texel. Bij het hoeden van de kuddes wordt ze bijgestaan door twee jonge herders, die ze zelf heeft opgeleid. “Elke week maak ik een planning en kijk ik wie het best waar aan de slag kan. Alle moeilijke en lastige dingen en alles wat overblijft, doe ik zelf.”
Sjouwen
Het beeld dat veel mensen van een schaapsherder hebben, is romantisch: de herder die dromerig op zijn rug ligt en naar de wolken kijkt, terwijl de schapen hun buikje rond eten. De realiteit is anders. “Het is keihard werken. Sjouwen met jerrycans water, afrasteringen zetten en begraasplannen maken. Soms heb ik wel drie regenpakken nodig om droog te blijven. Ik moet altijd inspelen op actuele gebeurtenissen en bereikbaar blijven voor het geval er iets met de schapen gebeurt. Toch zou ik niets anders willen. Voor mij komt alles wat ik leuk vind samen in dit beroep: het samenwerken met de schapen, het wandelen in de vrije natuur en alleen zijn zonder je eenzaam te voelen.”
Stapje hapje
Bijgestaan door haar werkhonden is Daphne zo’n negen tot tien uur per dag met de kudde onderweg. “De schapen lopen uit zichzelf. Stapje, hapje, stapje hapje. Eten is belangrijk voor ze, maar lopen ook. Afhankelijk van de weersomstandigheden beginnen we vroeg of nemen we een lange pauze om later nog een stuk te lopen.” Ook werkt ze ‘gerasterd’, waarbij ze een deel van het duin afzet met hekken, waarbinnen de schapen dan gedurende enkele dagen de ruigte of exoten weg eten. Daarna verzet ze de hekken naar een ander stuk duin, net zo lang tot het betreffende gebied is afgewerkt.
Ondernemerschap
Voor Daphne voelt haar werk niet als werk. “Het is gewoon wat ik het leukst vind om te doen. Soms realiseer ik me wel dat het geen hobby meer is, maar een echte baan. Ik heb nu een bedrijf met mensen in dienst die, net als ik ooit zelf, de droom hebben om schaapsherder te worden. Het is fijn dat ik ze daarmee kan helpen, maar tegelijkertijd ook spannend. Doordat mijn bedrijf ‘Vrolijke Schapen’ groeit, gaat het meer om geld dan ik zou willen. Als er mensen voor je werken, heb je verzekeringen nodig en moet je de zaken goed regelen. Die professionaliseringsslag vind ik ook interessant.’ Lachend voegt ze eraan toe: “Ik vind het wel jammer dat er op de middelbare school geen les wordt gegeven in ondernemen. Ik heb mezelf alles moeten aanleren.”
Mazzelaar
Terugkijkend vindt Daphne zichzelf een mazzelaar. “Ik heb altijd een leven gehad waar ik gelukkig van werd. Regelmatig krijg ik mails van mensen die het minder hebben getroffen en nu graag schaapsherder willen worden. Tegelijkertijd besef ik dat het bij mij geen kwestie was van alleen geluk. Ik heb ook keihard gewerkt. Het gaat nu goed, maar de toekomst is best onzeker. Ik heb nu voldoende opdrachten, maar je weet nooit hoe dat de komende jaren zal zijn. Wat meer stabiliteit zou wel fijn zijn.”
Daphne Hogewegx
Schaapskudde Vrolijke Schapen
www.vrolijkeschapen.nl
‘Ik heb nu een bedrijf met mensen in dienst die, net als ik ooit zelf, de droom hebben om schaapsherder te worden’